Zondag 11:00 uur. De wedstrijd RC De Bøk Erin 1 – RC Raging Bulls 5 staat op het punt van beginnen. RC De Bøk Erin-coach Hendrie Platjes ijsbeert langs de zijlijn. In zijn achterhoofd knisperen de geheimzinnige woorden van die vreemde, nachtelijke bezoeker de dag ervoor: “Misschien wordt het tijd om jezelf een kans te geven, Hendrie…”
Dan snijdt het snerpende geluid van een fluit door de ijle ochtendlucht.
De fly-half van Raging Bulls mikt de kick-off listig tussen tweederijers Putch und Hansi, die in een verbeten charge voor de bal frontaal tegen elkaar crashen; het oogt als een botsing tussen twee hijskranen. De bal stuitert intussen onaangeraakt verder. In een mislukte poging om erop te duiken, boort gebochelde hooker Harm zichzelf head-first in de grasmat. Dan schalt een stem als een perfect gegoten bronzen klok: “MIJN BAL!” Een atletische, Tarzaneske gestalte komt aangesneld. Met machtige passen schiet fly-half Stefan (spreek uit: Stéphàne) op de bal af. De kracht en souplesse van een panter. Het élan van een Elysese held. Wapperende blonde haren glinsteren als goud in het zonlicht.
Met een magistrale beweging grist Stéphàne (schrijf: Stefan) de bal op volle snelheid uit de lucht, tegelijkertijd in één oogopslag zijn backline overziend en in zijn hoofd een briljant aanvalsplan formulerend. Daardoor ontgaat hem echter dat zijn majestueuze sprint lijnrecht afstevent op zijn massieve teamgenoot, prop Rocco.
Niet veel later klinken kort na elkaar:
- een geluid alsof een atletische, Tarzaneske gestalte op volle snelheid tegen een granieten rotswand knalt;
- een geluid alsof een granieten rotswand verbaasd bromt: “KIP?”.
Terwijl Kale Nel van de administratie zich moederlijk ontfermt over de verfomfaaide fly-half, kijken de spelers van RC De Bøk Erin hun coach vragend aan. Wat nu?
Platjes werpt een weinig hoopvolle blik op de reservebank: John de Pineut, die pas één keer heeft meegetraind, en dat was 48 jaar geleden; Kreupele Ed, die laatst een sprintduel heeft verloren van iemand die lag te slapen; en Gijs…
Gijs, de jeugdige prop die Hendrie altijd zo doet denken aan zichzelf in zijn jonge jaren. Hij herkent het gretige verlangen in de ogen van het joch. Maar het kan niet: hij heeft nu een fly-half nodig en Gijs is een prop.
Dan echoën die woorden weer in zijn hoofd: “Misschien wordt het tijd om jezelf een kans te geven, Hendrie…”
Wordt vervolgd…